hoogrugzalmen
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- hoog·rug·zal·men
- samenstellende samenstelling van hoog bn, rug zn en zalmen zn
- hoogrugzalm zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogrugzalmen | |
verkleinwoord |
de hoogrugzalmen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord hoogrugzalm
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Distichodontidae van straalvinnige vissen uit de orde van karperzalmachtigen (Characiformes )
- [2] karperzalmachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
- Het woord 'hoogrugzalmen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstellende samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal