hoger
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoger (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈɦoːχər/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɦoːɣər/
Woordafbreking
- ho·ger
Bijvoeglijk naamwoord
hoger
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van hoog
- ▸ ‘Van Gooooo,’ klonk een tijdje later het trage zuidelijke Tennessee accent van Pogue, ‘Is er daar water?’ Ik knikte en wees naar beneden in de richting van de groene plas. Ze liepen in een veel hoger tempo dan ik en hadden me razendsnel ingehaald.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hoger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hoger" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be