Naar inhoud springen

hink

Uit WikiWoordenboek
  • hink
vervoeging van
hinken

hink

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinken
    • Ik hink. 
  2. gebiedende wijs van hinken
    • Hink! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hinken
    • Hink je? 


hink g

  1. emmer
hinks enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     hink     hink     hinkar     hinkarna  
  genitief     hinks     hinkens     hinkars     hinkarnas