hermafrodiet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·ma·fro·diet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hermafrodiet hermafrodieten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hermafrodietv / m

  1. tweeslachtig wezen, mens, dier of plant met tegelijk vrouwelijke en mannelijke kenmerken
     Costanzo overtuigt als Achnaton. Met zijn hoge stem, in gewaden waarop borsten en een vrouwelijk geslachtsdeel zijn geschilderd, transformeert hij met gemak naar deze farao, die vaak als hermafrodiet is afgebeeld.[5]
Synoniemen
Vertalingen
stellend
onverbogen hermafrodiet
verbogen hermafrodiete
partitief hermafrodiets

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

hermafrodiet

  1. gelijktijdig vrouwelijke en mannelijke kenmerken bezittend
     Slakken zijn hermafrodiet, hebben zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen.[6]
Synoniemen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen