Naar inhoud springen

hergebruik

Uit WikiWoordenboek
Het hergebruik van plastic verpakkingen van wasmiddel als zonnehoed.
  • her·ge·bruik
enkelvoud meervoud
naamwoord hergebruik -
verkleinwoord - -

het hergebruiko

  1. het opnieuw gebruiken, de recycling
vervoeging van
hergebruiken

hergebruik

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergebruiken
    • Ik hergebruik. 
  2. gebiedende wijs van hergebruiken
    • Hergebruik! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hergebruiken
    • Hergebruik je? 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]