grote
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gro·te
Bijvoeglijk naamwoord
grote
- verbogen vorm van de stellende trap van groot
- ▸ Ik had een grote powerbank die mijn telefoon 12 keer kon opladen, dus besloot ik het vanaf toen alleen met digitale hulpmiddelen te doen.[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote | groten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
grote m
- iemand die groot is
Gelijkklinkende woorden
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord grote staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "grote" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Limburgs
Uitspraak
- IPA: /ˈɣroːtɐ/ (Etsbergs)
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
grote |
groodje |
gegroodj |
zwak | volledig |
Werkwoord
grote
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijknaamwoordsvorm in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Limburgs
- Woorden in het Limburgs met IPA-weergave
- Zwak werkwoord in het Limburgs
- Werkwoord in het Limburgs