groepseenheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • groeps·een·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord groepseenheid [2,3] groepseenheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de groepseenheidv

  1. (maatschappij) eensgezindheid die binnen een geheel bestaat
     De door hem genoemde feiten, dat binnen de blokken van de rijke en de arme landen zulke enorme verschillen bestaan dal slechts met allerlei kunstgrepen en na eindeloos intern overleg de groepseenheid bewaard kan blijven, zijn in de kern juist.[1]
      Hiertoe is de groepseenheid en het groepsleven van den kring van Valladolid terug te brengen.[2]
  2. (maatschappij) kleinste verband van mensen waaruit grotere verbanden worden opgebouwd
     Tussen 1984 en 1986 werden de infanteriedivisies geherstructureerd tot kleinere groepseenheden die naast infanteristen ook andere specialismen gingen vervatten, zoals vuursteun en logistiek.[3]
  3. (bouwkunde) zelfstandig bouwwerk waarin een vast verband van mensen kan wonnen of werken
     Op deze locatie zou vrij eenvoudig een groepseenheid geplaatst kunnen worden voor 12 \ 16 jongeren die 24 uursbegeleiding krijgen.[4]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron
    Jan-Henk Meiners
    “Brieven : Unctad” (29 september 1987) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron “De achtergrond der Spaansche mystiek.” (1935), W.J. Thieme, Zutphen, p. 277
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron
    G. Geeraerts & Jonathan Holslag
    “Macht of mythe?: achter de schermen van het Chinese groeimirakel” (2006), Asp / Vubpress / Upa, Brussel, ISBN 9789054874003, p. 84
  4. Bronlink geraadpleegd op 5 januari 2022 Weblink bron Gearchiveerde versie
    gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
    “Informatienota opvang statushouders” (april 2016), p. 3