groenkeelbuulbuul
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- groen·keel·buul·buul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | groenkeelbuulbuul | groenkeelbuulbuuls |
verkleinwoord | groenkeelbuulbuultje | groenkeelbuulbuultjes |
Zelfstandig naamwoord
groenkeelbuulbuul
- (zangvogels) Arizelocichla chlorigula een zangvogel uit de familie Pycnonotidae (buulbuuls). Deze soort is endemisch in oostelijk Tanzania
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'groenkeelbuulbuul' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.