griezelig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  griezelig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• grie·ze·lig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van griezel (stam van het werkwoord griezelen) met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	griezelig	griezeliger	griezeligst
verbogen	griezelige	griezeligere	griezeligste
partitief	griezeligs	griezeligers	-

Bijvoeglijk naamwoord

griezelig

1. angst en afkeer oproepend

   • Rozen snoeien lijkt veel griezeliger dan het is. 

Synoniemen

• huiveringwekkend, eng

Hyponiemen

• doodgriezelig

Afgeleide begrippen

• griezeligheid

Vertalingen

    1.   

Duits: gruselig (de), schaurig (de), unheimlich (de) Engels: scary (en), creepy (en), eerie (en), grisly (en), gruesome (en), macabre (en)

Frans: sinistre (fr) Spaans: espantoso (es)

Gangbaarheid

• Het woord griezelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "griezelig" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.