graskers
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- gras·kers
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gras zn en kers zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | graskers | graskersen |
verkleinwoord | graskersje | graskersjes |
Zelfstandig naamwoord
- (bloemplanten) Lepidium graminifolium plant uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae ). De soort staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten als zeer zeldzaam en stabiel of iets toegenomen. Het is een tweeslachtige vaste plant die voornamelijk voorkomt in Zuid-Europa
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'graskers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.