Naar inhoud springen

goochelarij

Uit WikiWoordenboek
  • goo·che·la·rij
enkelvoud meervoud
naamwoord goochelarij goochelarijen
verkleinwoord

de goochelarijv

  1. door misleiding en fopperij mensen dingen laten zien die eigenlijk niet kunnen gebeuren
    • De term toverij dekte in de zestiende en de zeventiende eeuw hekserij, waarzeggerij, goochelarij, en andere verschijnselen die door ”demonologen” werden veroordeeld. [3] 
    • Jannes de Goochelaar zorgt tijdens ’Vier het Voorjaar’ voor een spannende goochelshow vol met middeleeuwse tovenarij en magistrale goocheltrucjes. Dit jaar heeft hij zelfs een van de broeders erg nieuwsgierig gemaakt. Maar het zijn toch vooral de jonge bezoekertjes die Jannes heel speciaal vinden met al zijn geheimzinnige goochelarij. [4] 
95 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]