gewillig
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·wil·lig
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van willigen met het voorvoegsel ge- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gewillig | gewilliger | gewilligst |
verbogen | gewillige | gewilligere | gewilligste |
partitief | gewilligs | gewilligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gewillig [2]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gewillig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gewillig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ gewillig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be