gemakzucht
Uiterlijk
- Geluid: gemakzucht (hulp, bestand)
- ge·mak·zucht
- samenstelling van gemak en zucht [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gemakzucht | |
verkleinwoord |
- begeerte naar gemak, afkeer van moeite en inspanning
- Khoukhi, die begon in een callcenter van American Express, klaagt over gebrekkige motivatie onder Marokkaanse Nederlanders. „Als je werkloos bent, moet je niet zeuren maar actie ondernemen.” Hij vertelt over kennissen die een Wajong-uitkering hebben, omdat ze vanwege psychische problemen niet zouden kunnen werken. „Ik ken behoorlijk wat Marokkaanse Nederlandse jongeren die zo’n uitkering volgens mij op onterechte gronden hebben gekregen. Daarmee moedig je gemakzucht aan.” [2]
- Het woord gemakzucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gemakzucht" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Gerbert van der Aa 20 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be