geelkeelstruiksluiper
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·keel·struik·slui·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van geel bn, keel zn en struiksluiper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelkeelstruiksluiper | geelkeelstruiksluipers |
verkleinwoord | geelkeelstruiksluipertje | geelkeelstruiksluipertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelkeelstruiksluiper m
- (zangvogels) Neosericornis citreogularis een zangvogel uit de familie Acanthizidae (Australische zangers). Deze soort is endemisch in Australië en telt 3 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelkeelstruiksluiper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.