geelbuikboeboekuil
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·buik·boe·boek·uil
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelbuik zn en boeboekuil zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelbuikboeboekuil | geelbuikboeboekuilen |
verkleinwoord | geelbuikboeboekuiltje | geelbuikboeboekuiltjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelbuikboeboekuil m
- (uilen) Ninox ochracea een vogel uit de familie Strigidae (Echte uilen). De vogel werd in 1866 geldig beschreven door de in leiden werkzame Duitse dierkundige Hermann Schlegel. Deze soort is endemisch op Celebes, een van de grotere eilanden van Indonesië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelbuikboeboekuil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.