gedoemd
Uiterlijk
- ge·doemd
vervoeging van: | doemen… |
verbogen vorm: | gedoemde |
gedoemd
- voltooid deelwoord van doemen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gedoemd | gedoemder | gedoemdst |
verbogen | gedoemde | gedoemdere | gedoemdste |
partitief | gedoemds | gedoemders | - |
gedoemd
- onvermijdelijk afgaand op iets slechts
- Zijn wilde plannen waren gedoemd om te mislukken en dat deden ze dan ook.
- Het woord gedoemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gedoemd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be