onafwendbaar
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·af·wend·baar
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van afwendbaar met het voorvoegsel on-
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | onafwendbaar | onafwendbaarder | onafwendbaarst |
verbogen | onafwendbare | onafwendbaardere | onafwendbaarste |
partitief | onafwendbaars | onafwendbaarders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
onafwendbaar
- niet mogelijk om te kunnen veranderen
- Ayoub wint nog een laatste duel op de helft van Ajax, maar de nederlaag is onafwendbaar. [1]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. niet mogelijk om te kunnen veranderen of vermijden
Gangbaarheid
- Het woord onafwendbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "onafwendbaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Maarten Scholten 2 oktober 2016
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be