gaspedaal
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gas·pe·daal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en pedaal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gaspedaal | gaspedalen |
verkleinwoord | gaspedaaltje | gaspedaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
gaspedaal o
- (verkeer) het rechter pedaal van een auto waarmee de brandstoftoevoer naar de motor geregeld wordt
- Hij liet het gaspedaal los en liet zijn auto geleidelijk tot stilstand komen.
Vertalingen
het rechter pedaal van een auto waarmee de brandstoftoevoer naar de motor geregeld wordt
Gangbaarheid
- Het woord gaspedaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gaspedaal" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be