garden

Niet te verwarren met: gaarden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  garden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• gar·den

Zelfstandig naamwoord

de garden mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gard

Engels

Uitspraak

• Geluid:  garden (VS)    (hulp, bestand)
• IPA: /ˈgɑrdn/

enkelvoud	meervoud
garden	gardens

Zelfstandig naamwoord

garden

1. (tuinieren) tuin

Synoniemen

• yard (Amerikaans Engels)

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ɡɑːrən /

Woordafbreking

• gar·den

Naar frequentie	zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

garden

1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gard

Schrijfwijzen

•  gården zn 

Zelfstandig naamwoord

garden

1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van garde

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ɡɑːrdən /

Woordafbreking

• gar·den

Zelfstandig naamwoord

garden

1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van gard