fraaiheid
Uiterlijk
- fraai·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fraaiheid | fraaiheden |
verkleinwoord |
de fraaiheid v
- de schoonheid en de pracht
- 3. Kantine: Die is flink gedateerd, de inrichting stamt nog uit de jaren tachtig. Meubilair is wel eens vervangen, maar het schreeuwt om een make-over. Functioneel gaat hier vooralsnog voor fraaiheid, al heeft de club moderniseringsplannen. [2]
- Het enige houvast dat ze daarbij hebben, is de passie van de mens. Ruysch, en ook Bregtje, wordt totaal gefascineerd door de fraaiheid van de anatomie en later raakt Ben bevangen door diezelfde passie. [3]
1.
- Het woord fraaiheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fraaiheid" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 25-02-15, Sportparktest: Heubach 'Hooligan' bij Vosta
- ↑ Reformatorisch Dagblad Willy Wouters-Maljaars 02-07-2008 Menselijke passie als enig houvast
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be