fournisseur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fournisseur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• four·nis·seur

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Franse 'fournisseur' (met het achtervoegsel -eur)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	fournisseur	fournisseurs
verkleinwoord	fournisseurtje	fournisseurtjes

Zelfstandig naamwoord

de fournisseur m

1. (beroep) leverancier

Vertalingen

    1.   

Engels: furnisher (en) Frans: fournisseur (fr)

Gangbaarheid

• Het woord 'fournisseur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Frans

	enkelvoud		meervoud
	zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
mannelijk	fournisseur	le fournisseur	fournisseurs	les fournisseurs
vrouwelijk	fournisseuse	la fournisseuse	fournisseuses	les fournisseuses

Zelfstandig naamwoord

fournisseur m

1. (beroep) leverancier