fotograaf
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fo·to·graaf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fotograaf | fotografen |
verkleinwoord | fotograafje | fotograafjes |
Zelfstandig naamwoord
fotograaf m
- (beroep) iemand die foto's maakt
- De fotograaf maakte een portret.
- ▸ Koning Willem-Alexander en zijn gezin poseren vrijdagmiddag weer voor fotografen. NU.nl-verslaggever Danja Koeleman vertelt hoe het er achter de schermen aan toegaat.[1]
- ▸ De vierde foto was het best als je wilde weten hoe mijn vader eruitzag. Het was een portretfoto die genomen was bij een echte fotograaf.[2]
Hyponiemen
- beroepsfotograaf, natuurfotograaf, persfotograaf, portretfotograaf, schoolfotograaf, straatfotograaf, vakfotograaf, kunstfotograaf
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. iemand die fotos maakt
Gangbaarheid
- Het woord fotograaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "fotograaf" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Grapjes, wensen en regie door de koning: zo gaat de Oranje-fotosessie” (23 juni 2022), NU.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044632767
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel foto- in het Nederlands
- Achtervoegsel -graaf in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %