ewe

[1]: Ewe
(H₂O)
Water

[2]: Un ewe
(Anser domesticus)
Een gans

Anglo-Normandisch

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan Oudfrans: ewe

Zelfstandig naamwoord

ewe

1. (scheikunde) water (H₂O)
2. (eendvogels) Anser domesticus , gans
3. (dierkunde) gander, ganzerik, gent, mannetjesgans
4. (figuurlijk) kippenvel

Schrijfwijzen

1. [2]: owe

Afgeleide begrippen

    [1]: ewe [water]

[1]: bailiff d’ewes havenmeester [1]: bel ewe helder, zuiver water [1]: cresson d’ewe waterkers [1]: dela l’ewe aan de andere kant van de zee [1]: ewe ague zuur [1]: ewe ardante gedistilleerde alcohol [1]: ewe curante stromend water [1]: ewe de alum aluinoplossing [1]: ewe de arguel wijnsteen [1]: ewe de arguel zuur [1]: ewe de cendres kaliumhoudend water [1]: ewe de funtaine bronwater [1]: ewe de funz hoofdtak van rivier [1]: ewe de mel mede [1]: ewe de mer (groen) zeewater [1]: ewe de mer zeewater [1]: ewe de roses rozenwater [1]: ewe de sulfre zwavelhoudend water [1]: ewe de tan looi, looibad [1]: ewe de vie brandewijn [1]: ewe duze zoet water [1]: ewe forte zuur [1]: ewe fresche zoet water [1]: ewe rosat rozenwater [1]: ewe rose rozenwater [1]: ewe salee zout water [1]: ewe salmacine zout water [1]: ewe sulfrine zwavelhoudend water [1]: ewe vive stromend water; zoet water [1]: ewes duzes zoet water [1]: ewes fresches zoet water [1]: funz de l'ewe hoofdtak van rivier [1]: gardein de l’ewe wetshandhaver te water [1]: gute d’ewe stortbui [1]: halte ewe diep water [1]: issement d'ewe een golf van water, stortvloed [1]: lilie de ewe waterlelie [1]: par ewe door water [1]: pot a ewe kan, waterkruik [1]: pot ewer kan, waterkruik [1]: se mettre en ewe uitvaren [1]: se mettre par ewe uitvaren [1]: sergantie de l’ewe zuur [1]: ure de l'ewe tij