erwtenschieter

Uit WikiWoordenboek
1. Man die een erwtenschieter gebruikt.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • erw·ten·schie·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord erwtenschieter erwtenschieters
verkleinwoord erwtenschietertje erwtenschietertjes

Zelfstandig naamwoord

de erwtenschieterm

  1. (speelgoed) speelgoedpistool, bestaande uit een buis waardoor erwten of kleine voorwerpen worden geblazen
    • De politie kreeg de melding dat een groepje jongeren in het centrum bezig was met een erwtenschieter (plastic buis met een ballon er aan, waarmee bijvoorbeeld erwten weg worden geschoten). [1]
  2. (figuurlijk) klein of ineffectief wapen
    • Buiter vat de conclusie van zijn rekensommen met een analogie samen: “het voorstel is geen bazooka, maar een kleine erwtenschieter”. [2]
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen