erop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

bak met ramen erop
Uitspraak
Woordafbreking
  • er·op
Woordherkomst en -opbouw
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     op  
 persoonlijk     erop  
aanwijz.   nabij     hierop  
  veraf     daarop  
  vragend/betrekk.     waarop  

Voornaamwoordelijk bijwoord

(scheidbaar)
erop

  1. vervangt *op het
    • Erop staat een vaas met bloemen. 
    • Er staat een vaas met bloemen op. 
     De fles was gelukkig groot genoeg en uiteindelijk kon ik met een zucht van verlichting de dop erop draaien.[1]
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • met alles erop en eraan
helemaal compleet

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be