eetbaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eet·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eetbaar eetbaarder eetbaarst
verbogen eetbare eetbaardere eetbaarste
partitief eetbaars eetbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

eetbaar

  1. geschikt om gegeten te worden
    • Bepaalde paddenstoelen zijn giftig, andere zijn eetbaar. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be