eerwraak
- eer·wraak
- samenstelling van eer zn en wraak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eerwraak | eerwraken |
verkleinwoord | - | - |
- uit het gewoonterecht voortvloeiend recht en plicht(!) om de familie-eer te zuiveren door moord op de schender of degene die schuldig bevonden wordt aan het eerverlies
- de verkrachte vrouw werd om redenen van eerwraak door haar echtgenoot vermoord
1.
- Het woord eerwraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eerwraak" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be