eerste paasdag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- eer·ste paas·dag
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van eerste en paasdag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eerste paasdag | eerste paasdagen |
verkleinwoord | eerste paasdagje | eerste paasdagjes |
Zelfstandig naamwoord
de eerste paasdag m
- (religie) de dag waarop christenen vieren dat Jezus opgestaan is uit de dood, op de derde dag na zijn kruisiging.
- De eerste paasdag is altijd een zondag.
Hyperoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen
- Palmzondag, Palmpasen, Schortelwoensdag, Witte Donderdag, Stille Zaterdag, tweede paasdag, paaszaterdag
Vertalingen
1. de dag waarop christenen vieren dat Jezus opgestaan is uit de dood, op de derde dag na zijn kruisiging
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.