eenruiter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- een·rui·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eenruiter | eenruiters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de eenruiter m
- (landbouw) bak met een broeiraam waar één ruit in zit
Vertalingen
1. bak met een broeiraam waar één ruit in zit
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eenruiter" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be