eclectisch
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: eclectisch (hulp, bestand)
- IPA: / eˈklɛktis / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ec·lec·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- van Duits eklektisch, in de betekenis van ‘uitkiezend’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1][2]
- van het Griekse 'eklegein' (kiezen) met het achtervoegsel -isch [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | eclectisch | eclectischer | |
verbogen | eclectische | eclectischere | |
partitief | eclectisch | eclectischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
eclectisch [3]
- het beste uitkiezend
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord eclectisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "eclectisch" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "eclectisch" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ 2,0 2,1 eclectisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -isch in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 81 %
- Prevalentie Vlaanderen 81 %