dynamisch
Uiterlijk
- dy·na·misch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | dynamisch | dynamischer | |
verbogen | dynamische | dynamischere | |
partitief | dynamisch | dynamischers | - |
dynamisch [2]
- de dynamica betreffend
- de dynamiek betreffend
- waarin (innerlijke) beweging of bewogenheid overheerst
- Amsterdam is een heel dynamische stad terwijl het leven in Almelo een stuk statischer is.
- aerodynamisch, biodynamisch, elektrodynamisch, farmacodynamisch, hydrodynamisch, magnetodynamisch, thermodynamisch
- Het woord dynamisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dynamisch" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ dynamisch op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be