dwarsschip

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Positionering van het dwarsschip in een kerk
Uitspraak
Woordafbreking
  • dwars·schip
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwarsschip dwarsschepen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het dwarsschipo

  1. (bouwkunde) (religie) deel van een kerk tussen het koor en het schip dat dwars op de lengteas staat
     Een 52-jarige Spaanse toerist is donderdag dodelijk getroffen door een stuk steen dat van de beroemde Santa Croce-basiliek in Florence afbrokkelde en naar beneden kwam. Het brokstuk was een stuk van de ondersteuning van een balk in het rechter dwarsschip van het godshuis waar onder anderen Galileo en Michelangelo een graf hebben.[2]
     Mensen die iets kopen krijgen een certificaat. En van de gulste gevers komt mogelijk een plaquette in de kerk te hangen. Een orgelpijp kost 15 euro en een pilaar in het zogeheten transept, ofwel dwarsschip in de kerk, kost 1500 euro. De totale waarde van de 'te verkopen onderdelen' wordt geschat op 150.000 euro. De restauratie van de kerk kost 11 miljoen euro. Daarvan moet de kerk zelf 3 miljoen euro ophoesten.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 oktober 2023 Weblink bron “Toerist sterft door vallend brokstuk in beroemde basiliek Florence” (ANP/Chris Klomp 19-10-17, 20:03), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 oktober 2023 Weblink bron “Onderdelen Nieuwe Kerk in Delft 'te koop'” (02 feb. 2015i), De Telegraaf