dus
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dus
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord van kwantiteit: op deze wijze, aldus’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
- In de betekenis van ‘nevenschikkend voegwoord’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
Voegwoord
dus
- om die reden, daarom (signaalwoord)
- Het is mooi warm weer, dus trek ik geen trui aan.
- Hij had goed en hard gestudeerd, dus was hij niet bang voor zijn examen.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.om die reden, daarom
|
Gangbaarheid
- Het woord dus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "dus" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Afrikaans
Voegwoord
dus
Synoniemen
Fries
Bijwoord
dus
Middelnederlands
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Oudnederlandse thus
Bijwoord
dus
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /dʊs/
Woordafbreking
- dus
Werkwoord
dus
- informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord dusit
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 3
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voegwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %
- Woorden in het Afrikaans
- Voegwoord in het Afrikaans
- Woorden in het Fries
- Bijwoord in het Fries
- Woorden in het Middelnederlands
- Woorden in het Middelnederlands van lengte 3
- Bijwoord in het Middelnederlands
- Woorden in het Tsjechisch
- Woorden in het Tsjechisch met IPA-weergave
- Werkwoord in het Tsjechisch
- Werkwoordsvorm in het Tsjechisch