durft aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • durft aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aandurven

durft (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandurven
    • Jij durft aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aandurven
    • Hij durft aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aandurven
    • Durft aan! 

Gangbaarheid