drugshandel
Uiterlijk
- Geluid: drugshandel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdrʏkshɑndəl / (3 lettergrepen)
- drugs·han·del
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drugshandel | - |
verkleinwoord | drugshandeltje | drugshandeltjes |
de drugshandel m
- (handel) de min of meer georganiseerde koop en verkoop van illegale drugs (bijvoorbeeld heroïne, cocaïne, opium en hasjiesj) zonder toestemming van de verantwoordelijke autoriteiten
- Omzet Nederlandse drugshandel in 2017 geschat op 18,9 miljard euro [1]
- Zijn klanten worden allemaal verdacht van plofkraken, drugshandel of erger en willen allemaal Scarface of the Godfather worden.[2]
- Het woord drugshandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "drugshandel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ www.nu.nl 25 aug 2018
- ↑ www.nrc.nl (24 apr 2025)
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Invoegsel -s- in het Nederlands
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Handel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %