drinkt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- drinkt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afdrinken |
drinkt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrinken
- Jij drinkt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdrinken
- Hij drinkt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdrinken
- Drinkt af!
Gangbaarheid
- Het woord drinkt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.