drinkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drinkt

Werkwoord

vervoeging van
drinken

drinkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drinken
    • Jij drinkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van drinken
    • Hij drinkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van drinken
    • Drinkt!