driestreepboomgors
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- drie·streep·boom·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | driestreepboomgors | driestreepboomgorzen |
verkleinwoord | driestreepboomgorsje | driestreepboomgorsjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Microspingus trifasciatus een zangvogel uit de familie Thraupidae (tangaren). Deze soort komt voor in de Andes van zuidoostelijk Peru tot noordelijk Bolivia (La Paz en Cochabamba)
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'driestreepboomgors' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.