Naar inhoud springen

dreie

Uit WikiWoordenboek
  • IPA: /dræjɐ/ (Etsbergs)

dreie

  1. alternatieve spelling van drejje.


  • dreie
  • Afkomstig uit het Nederduits
Naar frequentie 20294
vervoeging
onbepaalde wijs dreie dreie
tegenwoordige tijd dreier dreier
verleden tijd dreiet
dreia
dreide
voltooid
deelwoord
dreiet
dreia
dreid
onvoltooid
deelwoord
dreiende dreiende
lijdende vorm dreies dreies
gebiedende wijs drei drei
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 3 zwak
opmerking optioneel optioneel

dreie

  1. overgankelijk draaien
  2. overgankelijk zwenken, wenden
    «Vinden har kommet og gått og dreiet frem og tilbake gjennom hele dagen.»
    De wind is gekomen en gegaan en draaide de hele dag heen en weer.
  3. overgankelijk draaien (door een draaier)
  4. overgankelijk draaien, pottenbakken (met pottenbakkersschijf)
  5. overgankelijk draaien (een film)
  • dreie av
  • dreie seg om

[1] dreie et hjul

  • Een wiel draaien.

[1] dreie noen rundt lillefingeren

  • Iemand bespelen.

[2] Vinden dreier.

  • De wind draait.

[3] dreie beina til en stol

  • De benen voor een stoel draaien.

dreie av

  1. afbuigen, afslaan
  2. van koers veranderen

dreie seg om

  1. wentelen om (een as)
  2. wederkerend de hielen lichten
  3. wederkerend, (figuurlijk) betreffen, slaan op, aangaan, gaan over, gaan om, handelen over, draaien om
    «Det dreier seg om hårfine nyanser.»
    Het gaat over haarfijne nuances.
  • [1]: dreie seg om sin egen akse
om de eigen as wentelen
  • [2]: dreie seg om på hælen
de hielen lichten


  • dreie
  • Afkomstig uit het Nederduits.
vervoeging
onbepaalde wijs dreie
dreia
dreie
dreia
tegenwoordige tijd dreiar dreier
verleden tijd dreia dreidde
voltooid
deelwoord
dreia dreidd
dreitt
onvoltooid
deelwoord
dreiande dreiande
lijdende vorm dreiast dreiast
gebiedende wijs drei
dreia
dreie
drei
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 3 zwak
opmerking optioneel optioneel

dreie

  1. overgankelijk draaien
  • dreie av
  • dreie seg om

dreie av

  1. afbuigen, afslaan
  2. van koers veranderen

dreie seg om

  1. wederkerend de hielen lichten
  2. wederkerend, (figuurlijk) betreffen, slaan op, aangaan, gaan over, gaan om, handelen over
  • [1]: dreie seg om på hælen
de hielen lichten
  • [2]: Det kan dreie seg om 50 000 kr.
Het kunnen ongeveer 50.000 kronen zijn.