doorslepen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·sle·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

doorslepen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorslepen
sleepte door
doorgesleept
zwak -t volledig
  1. doorgaan met trekkend over een water- of grondoppervlak verplaatsen
  2. (figuurlijk) onopgelost blijven van een probleem
     In Noordoost-Groningen zijn bij de handel in grond en het vergeven van windmolenrechten door de overheid onverklaarbare miljoenendeals gesloten. Met die transacties en geheime toezeggingen handelde havenschap Groningen Seaports (GSP) buiten haar bevoegdheden. Met name één familiebedrijf, Bakker Bierum, verdiende miljoenen dankzij die overheidsdeals. Maar er zijn ook gedupeerden. Daarnaast legde de vriendjespolitiek een basis voor juridische geschillen die nog steeds doorslepen.[2]
     "Zoals dat alles tot in de kleinste details besproken moet worden en dat er een lichamelijk onderzoek bij zit dat heel ingrijpend is. Ook kan het strafrechtelijke proces maar doorslepen en doorslepen, als een dader in beroep gaat."[3]
Synoniemen
stellend
onverbogen doorslepen
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

doorslepen

  1. sluw, geslepen [4]
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
doorslijpen

doorslepen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorslijpen
    • ...dat wij doorslepen. 
    • ...dat jullie doorslepen. 
    • ...dat zij doorslepen. 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2023 Weblink bron “Groningen raakte in de ban van Google, met vriendjespolitiek tot gevolg” (Dinsdag 11 mei 2021, 18:10), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 5 oktober 2023 Weblink bron “metoo maakt verhalen los, nu de aanpak nog” (Dinsdag 17 oktober 2017, 21:35), NOS
  4. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).