doezelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- doe·ze·laar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van doezelen met het achtervoegsel -aar [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doezelaar | doezelaars |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de doezelaar m
- (gereedschap) een tekeninstrument om iets te verdoezelen, minder scherp te maken
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord doezelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doezelaar" herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ doezelaar op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be