Naar inhoud springen

doctoraal

Uit WikiWoordenboek
  • doc·to·raal
enkelvoud meervoud
naamwoord doctoraal doctoralen
doctoraals
verkleinwoord - -

het doctoraalo

  1. doctoraal examen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen doctoraal doctoraler doctoraalst
verbogen doctorale doctoralere doctoraalste
partitief doctoraals doctoralers -

doctoraal

  1. betrekking hebbend op, deel uitmakend van de laatste fase van de universitaire studie
98 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]