dim
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dim
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Chinees, in de betekenis van ‘sum Chinese maaltijd van gevarieerde hapjes’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 2000 [1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dimmen |
dim
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dimmen
- Ik dim.
- gebiedende wijs van dimmen
- Dim!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dimmen
- Dim je?