dikbekmangrovezanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- dik·bek·man·gro·ve·zan·ger
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van dik bn, bek zn en mangrovezanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dikbekmangrovezanger | dikbekmangrovezangers |
verkleinwoord | dikbekmangrovezangertje | dikbekmangrovezangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de dikbekmangrovezanger m
- (zangvogels) Gerygone magnirostris een zangvogel uit de familie Acanthizidae (Australische zangers). Deze soort telt 11 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'dikbekmangrovezanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.