dienstvrouw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

dienstvrouw
Uitspraak
Woordafbreking
  • dienst·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dienstvrouw dienstvrouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dienstvrouwv

  1. (beroep) iemand die in loondienst huishoudelijk werk verrichtvrouw die helpt in de huishouding
     Terwijl ik daar zo zit te piekeren, gaat de deur open en komt de dienstvrouw van het weeshuis binnen en zegt dat onze Lager commandant Luute Geefhuizen bij de Moeder van het weeshuis moet komen.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Glanerbrug herdenkt na 73 jaar voor het eerst de razzia van 1944” (25-10-2017), Tubantia