diegene

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ge·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aanwijzend voornaamwoord’ voor het eerst aangetroffen in 1284 [1]
  • samenstelling van  die  en  gene  [2]

Aanwijzend voornaamwoord

diegene m v

  1. als antecedent van een beperkende bijzin, die persoon
    • Diegene die dat gemaakt heeft is een erg getalenteerd persoon. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen