dieet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·eet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dieet diëten
verkleinwoord dieetje dieetjes

Zelfstandig naamwoord

het dieeto

  1. voedingspatroon dat uit gewoonte of als keus wordt aangehouden
     Uit isotopenonderzoek van haar botten kon verder worden afgeleid dat haar dieet veel vlees had bevat en ook dat ze haar hele leven in de hooglanden had geleefd, waar ze ook begraven was.[3]
  2. (medisch) aanpassing in het eet- en voedingspatroon
    • Laila volgt een dieet waarbij ze geen koolhydraten mag eten. [4] 
    • Zij gingen een dieet volgen om af te vallen. 
     Na drie dagen in bed met een dieet van water, appelsap en beschuit, wilde mijn vrouw haar benen strekken.[5]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
diëten

dieet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van diëten
  2. gebiedende wijs van diëten

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. dieet op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink geraadpleegd op 17 december 2020 Weblink bron
    Hendrik Spiering
    “Vrouwelijk skelet met wapenuitrusting weerspreekt traditionele rolverdeling tussen man en vrouw” (4 november 2020) op nrc.nl
  4. NRC Elze van Driel 6 juli 2016
  5. All-inclusive” op Wikipedia (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
  6. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be