demper

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

demper voor een dynamisch systeem
Uitspraak
Woordafbreking
  • dem·per
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van dempen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord demper dempers
verkleinwoord dempertje dempertjes

Zelfstandig naamwoord

demper m [1]

  1. toestel om de trek in de kachels of onder ketels te temperen
  2. (muziek) geluiddemper
  3. knalpot, uitlaatdemper
  4. (techniek) inrichting om de uitslingering van een dynamisch systeem te dempen
  5. (techniek) schokdemper
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Noors

Woordafbreking
  • dem·per
Naar frequentie 19779

Werkwoord

demper

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dempe
Afgeleide begrippen
  • demper ned
  • demper seg