damesteam

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

damesteam
Uitspraak
Woordafbreking
  • da·mes·team
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord damesteam damesteams
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het damesteamo

  1. (sport) sportteam met uitsluitend vrouwen
     De Nederlandse 3x3-basketbalteams zijn goed begonnen aan de wereldkampioenschappen in Nantes. Zowel het heren- als het damesteam won op de openingsdag twee keer.[1]
     De andere voorgeselecteerde atleten zijn Bibian Mentel, Chris Vos (snowboard), Daniel Abrahum Gebru, Tim de Vries, Carmen Koedood (wielrennen), Jetze Plat (wielrennen en triatlon), Diede de Groot (tennis), Jeroen Kampschreur (skien), Nederlands damesteam rolstoelbasketbal en het roeiduo Corné de Koning/Annika van der Meer.[2]
     In Schotland zijn er maar weinig mensen die hockeyen. "Zo groot als één club is bij jullie, zo groot is bij ons de sport in het hele land", zegt teammanager Fiona McCrea. Toch speelt het Schotse damesteam deze week op de EK Hockey in Amstelveen. Met een minimaal budget en dus: per fiets.[3]
Verwante begrippen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Flitsende start 3x3-basketballers op WK” (Zaterdag 17 juni 2017, 21:40), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Voetbalvrouwen en baansprinters op shortlist Sportploeg 2017” (Zondag 26 november 2017, 18:13), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Zo weinig geld hebben de Schotse hockeydames” (Woensdag 23 augustus 2017, 17:47), NOS