cultivator
Uiterlijk
- Geluid: cultivator (hulp, bestand)
- cul·ti·va·tor
- Naamwoord van handeling van cultiveren met het achtervoegsel -ator[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | cultivator | cultivatoren cultivators |
| verkleinwoord | cultivatortje | cultivatortjes |
de cultivator m
- (landbouw) (gereedschap) landbouwwerktuig om de grond los te maken en het onkruid te bestrijden
- Het woord cultivator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.